De zomervakantie is voorbij, de tassen zijn weer gevuld en in heel Nederland zijn de klaslokalen opnieuw gevuld met enthousiaste kinderen. Dit schooljaar staat in veel scholen duidelijk in het teken van de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen en taalbegrip. Niet voor niets: vanuit de overheid zijn extra subsidies beschikbaar gesteld om juist deze fundamenten te versterken.
De afgelopen jaren is gebleken dat veel kinderen moeite hebben met taal en rekenen. Leerkrachten zien dat sommige leerlingen:
moeite hebben met begrijpend lezen, waardoor andere vakken ook lastiger worden,
tekorten hebben in rekenvaardigheid, zoals hoofdrekenen of inzicht in verhoudingen,
zwakker zijn in spelling en schrijfvaardigheid, wat invloed heeft op hun zelfvertrouwen.
De overheid wil met extra financiële middelen (zoals de Subsidie voor Basisvaardigheden en aanvullende subsidies) scholen helpen om deze achterstanden weg te werken én te voorkomen dat ze groter worden.
Onder basisvaardigheden verstaan we:
Lezen en taalbegrip – vlot en begrijpend kunnen lezen, woordenschat opbouwen.
Schrijven en spelling – correct spellen, netjes en duidelijk formuleren.
Rekenen en wiskundig inzicht – sommen uitvoeren én begrijpen wat de cijfers betekenen.
Deze vaardigheden zijn de bouwstenen voor alle andere schoolvakken. Wie goed leest, begrijpt ook beter de opdrachten bij aardrijkskunde of biologie. Wie kan rekenen, kan later makkelijker met geld of technische vraagstukken omgaan.
Scholen mogen zelf bepalen hoe ze de middelen inzetten, maar veel scholen kiezen voor:
Extra leerkracht of onderwijsassistent in de klas
Kleine interventiegroepjes voor leerlingen die extra hulp nodig hebben
Intensievere aandacht voor technisch en begrijpend lezen
Rijkere taal- en leesprogramma’s, inclusief schoolbibliotheken
Gerichte rekenprogramma’s en rekencoaching
Sommige scholen kiezen ook voor professionalisering van leerkrachten: training in effectieve instructiestrategieën en het analyseren van leerlingresultaten.
Voor leerlingen betekent dit vaak meer gerichte aandacht en meer oefentijd voor de kernvakken. In de praktijk zie je:
extra leesmomenten of leesmeters maken met tutorlezen,
rekenlessen waarin basiskennis (tafels, hoofdrekenen) opnieuw wordt geoefend,
spellinglessen waarin niet alleen de regels worden uitgelegd, maar ook direct geoefend,
meer individuele feedback, omdat leerkrachten extra ondersteuning krijgen.
Voor ouders betekent dit dat taal en rekenen vaker onderwerp van gesprek zullen zijn. Scholen moedigen ouders aan om thuis mee te lezen, spelenderwijs te rekenen of moeilijke woorden samen te bespreken.
De aandacht voor basisvaardigheden is niet nieuw, maar de urgentie is groter geworden. De afgelopen jaren hebben onder meer de coronaperiode en toenemende kansenongelijkheid gezorgd voor leervertragingen. Door nu te investeren in lezen, schrijven en rekenen:
krijgen kinderen een sterker fundament,
zijn ze beter voorbereid op het voortgezet onderwijs,
en vergroten we hun kansen op succes in vervolgstudies en de maatschappij.
Het nieuwe schooljaar start met een duidelijke missie: de basis op orde. Dankzij extra subsidies kunnen scholen investeren in gerichte ondersteuning, effectieve programma’s en meer persoonlijke begeleiding. De focus op lezen, schrijven, taalbegrip en rekenen zorgt ervoor dat leerlingen steviger in hun schoenen staan — niet alleen dit schooljaar, maar voor hun hele schoolloopbaan.